‘IJshaar’, ‘Haarijs’ of de ‘Baard van Koning Winter’

In het ‘Wuhan- tijdperk’ denk ik nog terug aan een mooie wandeling eind februari in de Franse Ardennen; een zaterdagochtend na een nachtje lichte vorst. Geliefde en ik wandelen rustig het ommetje dat onze huiseigenaren Bernadet en Tim hebben uitgezet traditioneel als eerste, als inkomertje. Het valt niet tegen, prachtige uitzichten over berijpte hellingen, heldere zon en blauwe lucht.

Geliefde altijd al oog voor detail en vooral een arendsoog hebbend ( hij heeft nog steeds geen bril ‘voor altijd’ nodig. Een uitdrukking van mijn moeder, die het als een vreselijke veroordeling zag wanneer een vrouw of meisje een bril ‘voor altijd’ nodig zou hebben,) ziet als eerste een merkwaardige groei op dood hout. Het ziet er heel kwetsbaar uit en ondanks dat ik nogal tactiel ben ingesteld, blijf ik er met mijn vingers vanaf. Het is duidelijk dat dit groeiseltje enige beroering door wat dan ook niet overleven zal. Ik maak foto’s en wij wandelen weer rustig verder. De temperatuur loopt op en is nu duidelijk een graadje boven nul aan het komen.

Op driekwart van onze wandeling komen wij wéér een witte ornamentatie van dood hout tegen. Wederom bestuderen wij het, raken het niet aan en ik maak foto’s. Vervolgen onze wandeling en eindigen deze met een gezellig bezoekje aan het nieuwe huis van Bernadet en Tim. Wederom met veel liefde en oog voor authentieke details opgeknapt tot een lusthofje.

In Maastricht bekijken wij de foto’s en verwonderen ons weer over het verschijnsel. Mijn lijfblad ‘Roots’ (de opvolger van ‘Grasduinen’, dat ik eerlijk gezegd veel aardiger en informatiever vond) biedt uitkomst door de rubriek waarop lezers hun waarnemingen kunnen insturen. Ik heb zoiets nog nooit gedaan, verbaas mij ook altijd over mensen die het wel doen, maar doe het nu dan toch. Ik stuur een berichtje met foto en met de vraag dit verschijnsel te verklaren en bijna per kerende post krijg ik antwoord van Paul Bohre: het is ‘IJshaar’, met de wikipedia- link waarmee ik op de pagina kom waarop precies staat uitgelegd wat het is.
Het is dus een ‘zeldzaam natuurlijk verschijnsel’ van een ijsstructuur op dood hout, niet op de bast. Dat hadden wij ook al gezien, op het kernhout dus. Het Haarijs ontstaat wanneer de luchttemperatuur net beneden het vriespunt ligt en de (stofwisseling) van schimmels water vrijmaken door kleine openingen in het hout, de zgn. houtstralen. Deze bevriezen waardoor de haartjes ontstaan. Het IJshaar groeit net zolang door als de omstandigheden gunstig zijn, maar daalt de temperatuur iets dan verdwijnen de haartjes. Maar ook als de temperatuur stijgt of je hen beroert, ‘sublimeert’ het. De naam van het beestje luidt ‘Exidiopsis effusa’ en werd voor het eerst beschreven door Alfred Wegener.
Nou heb ik met die verwijzing weer een leuke link te pakken: Alfred Wegener, nog nooit van gehoord natuurlijk. Een Duitse meteoroloog en aardwetenschapper; geboren in 1880 in Berlijn en onder bizarre omstandigheden gesneefd rond 16 november 1930. Hij leefde het leven van veel academisch geschoolde geesten in die jaren, hoogopgeleid en op meerdere terreinen actief. Zo vestigde hij samen met zijn broer een nieuw record in de ballonvaart in 1906 en namen zij deel aan pool- expedities. Bij terugkomst wordt hij privé docent en schetst hij als eerste de theorie over de continent- verschuivingen en verdiept hij zich in het klimaat van de prehistorie. De inzichten over de continenten zoemden overigens ook rond onder andere wetenschappers, maar pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw werden deze hypotheses serieus genomen.
Zijn wetenschappelijk wordt gewaardeerd en hij krijgt een leerstoel in Graz aangeboden. Hij mag nog een keer naar Groenland afreizen om daar te werken in het onderzoeksstation dat hij jaren eerder had opgezet. Tijdens een fourage- tocht begeeft zijn hart het en wordt zijn lichaam pas in mei 1931 gevonden.
Over ‘De Baard van Koning Winter’ publiceerde Wegener in 1918, ‘Haareis auf morschen Holz’ . In dit artikel legde hij het verband met het voorkomen van zwammen in het hout, maar legde het niet verder uit. Veel later zag men in dat het de schimmels die actief zijn in het afbraakproces van het hout, die de haartjes op het hout laten groeien.
Zijn naam werd verbonden met een onderzoeksinstituut in Bremerhaven, met de inslagkraters van meteorieten op de maan en Mars en met een planetoïde. Hij kreeg een gedenksteen en museum in Zechlinerhütte. Altijd jammer dat zulke leuke, kleine musea geen conservatoren zochten, ooit, vóór de ‘Baard van Koning Winter’.
maart 2020